Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in Zwolle heeft een verloskundige en een gynaecoloog van het Ommerlander Ziekenhuis in Scheemda berispt voor het maken van inschattingsfouten tijdens een gecompliceerde bevalling in april 2020. De baby overleefde dit niet.
De zwangerschap verliep grotendeels vlekkeloos. De problemen kwamen pas tijdens de inleiding van de bevalling. Toen de vliezen uiteindelijk braken bleek in het vruchtwater ontlasting te zitten van het ongeboren kind. Hieruit blijkt vaak dat de baby in problemen verkeert.
Signalen niet opgepikt
De moeder vroeg meermalen om een keizersnede, maar hier werd niet op ingegaan. Controleapparatuur gaf de nacht voor de bevalling een afwijkend beeld aan. Deze zorgelijke signalen werden volgens de tuchtrechter niet goed ingeschat. De ouders vonden dat zij hierover niet of onjuist zijn geïnformeerd.
Keizersnede afgezegd
Met dit laatste is de tuchtrechter het niet eens. Er werd onvoldoende ingeschat hoe ernstig de situatie was. Omdat de gynaecoloog hiervan niet bewust was, kon zij de ouders hierover ook niet goed informeren. In de vroege ochtend werd alsnog overwogen een keizersnede toe te passen. Door de ontsluiting besloot de gynaecoloog hier toch van af te zien.
Naar eer en geweten gehandeld
Een fout besluit, vond de tuchtrechter. Het overlijden van de baby heeft diepe indruk gemaakt op de verloskundige en de gynaecoloog. Beiden hebben hun handelswijze kritisch bekeken en betreuren de gemaakte fouten. Het college twijfelt er niet aan dat beiden naar eer en geweten hebben gehandeld.
Desondanks is het tuchtrechtelijk verwijt zodanig ernstig dat in beide gevallen een berisping moest volgen, oordeelde de tuchtrechter.