Rechtbank laat Ruinerwold-klusjesman Josef B. niet vrij

Rechtbank laat Ruinerwold-klusjesman Josef B. niet vrij

Geschreven door | 2020-07-03T21:42:12+00:00 03 juli, 2020|Assen, Rechtbank|

Klusjesman Josef B. van het boerderijgezin uit Ruinerwold blijft de komende drie maanden vastzitten. De rechtbank vindt de zaak te ernstig om de 59-jarige Oostenrijker nu vrij te laten. Hij en de 67-jarige vader van het gezin, Gerrit Jan van D. (67) worden onder meer verdacht van jarenlange vrijheidsberoving van Van D.’s negen kinderen.

B.’s advocaat Yehudi Moszkowicz zei gisteren op de derde tussentijdse zitting in de zaak Ruinerwold dat zijn cliënt onterecht vastzit, omdat vrijheidsberoving niet bewezen kan worden. Hij haalde daarbij nieuwe verklaringen van de jongste vijf kinderen uit het gezin aan. Zij hebben onlangs bij de rechter-commissaris verklaard dat ze konden gaan en staan waar ze wilden, omdat de deur altijd open was en ze een sleutel hadden.

“De rechtbank heeft de verklaringen ook gelezen en vindt niet dat dit tot een ander oordeel over de voorlopige hechtenis zou moeten leiden”, aldus rechtbankvoorzitter Herman Fransen.

Oudste vier hebben ander verhaal

De verklaringen verschillen van die van de oudste vier, die wél hebben gezegd dat alle kinderen van hun vrijheid zijn beroofd door B. en zelfbenoemd aartsvader Gerrit Jan van D.. Niet alleen de laatste tien jaar in Ruinerwold, maar ook in hun vorige woonplaatsen Zwartsluis, Hasselt, Staphorst en Meppel.

Moszkowicz benadrukte ook dat de kinderen in feite hoger in rang stonden dan klusjesman B., die een discipel van Van D. was en opdrachten moest uitvoeren. De Oostenrijker zelf houdt vol dat het Openbaar Ministerie hem en Van D. alleen maar vervolgt vanwege hun bijzondere geloof en maakte zich daar gisteren opnieuw erg kwaad over.

Dreigend faillissement

Volgens zijn advocaat gaat B. failliet als hij niet snel vrijkomt, omdat hij als huurder van de boerderij problemen heeft met de gemeente De Wolden, die hem tienduizenden euro’s aan dwangsommen heeft opgelegd. Daarnaast zit zijn timmerbedrijf in Meppel in financieel zwaar weer.

De rechtbank vindt ook dat niet genoeg reden om B. te laten gaan. Hij zit momenteel in het Pieter Baan Centrum en de rechtbank vindt het belangrijk dat hij daar geestelijk wordt onderzocht en geobserveerd.

De Oostenrijker liet gisteren desgevraagd weten dat hij niet meewerkt aan het onderzoek. “Ik zit er nu drie weken en ik zwijg. Ik heb vier woorden gezegd, maar dat was per ongeluk.”

Wachten met verhoor Van D.

Het verzoek van zijn advocaat om vader Gerrit Jan van D. snel als getuige te mogen horen, wees de rechtbank voorlopig ook af. De rechtbank wil, net als het Openbaar Ministerie, dat deskundigen van het Pieter Baan Centrum eerst onderzoeken hoe het met de man gaat en of het überhaupt mogelijk is om hem te verhoren.

Van D. heeft vier jaar geleden een hersenbloeding gehad en kan niet meer praten. Omdat het PBC heeft laten weten dat de man daar niet kan worden onderzocht vanwege ‘gebouwelijke beperkingen’, bezoeken deskundigen hem wekelijks in het gevangenisziekenhuis in Scheveningen, waar bij sinds zijn arrestatie in oktober verblijft.

Op 17 september is de volgende zitting in de zaak Ruinerwold.

Over de auteur:

Annemiek Meijer werkt sinds 2006 als rechtbankverslaggever voor het ADP. Ze is freelance journalist/tekstschrijver en werkt ook voor onder meer RTV Drenthe, Dagblad van het Noorden, het Huus van de Taol (Zinnig en de B’ART) en Drenthe Magazine. Op Twitter heet ze @AnnemiekM