De fraude kwam aan het licht na meldingen over huislijk geweld door de vrouw zelf en door buren. Volgens een aantal omwonenden zou de man ‘er altijd zijn’. Ook kwam aan het licht dat de man naast een woning zelf ook een uitkering ontving. Met opzet had het stel verzwegen dat ze samenwoonden, ook al stond de man niet officieel op het adres van de vrouw ingeschreven.
‘Van meet af aan verstrekte het stel foutieve inlichtingen richting de gemeente’, zei de officier. Ook stelde ze dat bijstandsfraude met een hoogte van ongeveer 140.000 euro al reden is voor een celstraf van acht tot twaalf maanden. Het stel heeft samen kinderen, waarvan één kind speciale zorg nodig heeft. Gezien dat gegeven, week ze van een celstraf af en eiste ze een werkstraf met een voorwaardelijke celstraf.
De politierechter ging daarin mee. Wel legde hij het stel daarnaast een proeftijd van drie jaar op.