‘Ruinerwold-vader’ weigert mee te werken aan neurologisch onderzoek

‘Ruinerwold-vader’ weigert mee te werken aan neurologisch onderzoek

Geschreven door | 2020-04-07T20:17:56+00:00 07 april, 2020|Assen, Rechtbank|

Gerrit Jan van D., die ervan wordt verdacht dat hij zijn kinderen jarenlang van hun vrijheid heeft beroofd op een boerderij bij het Drentse Ruinerwold, wil niet meewerken aan een neurologisch onderzoek. Dat bleek vandaag tijdens de tweede tussentijdse zitting in de geruchtmakende zaak bij de rechtbank in Assen.

De 67-jarige Van D. kreeg in 2016 een hersenbloeding, waardoor hij niet meer kan praten. De rechtbank bepaalde bij de eerste openbare zitting in januari dat hij door een neuroloog en een neuropsycholoog onderzocht moet worden om te kijken of de politie hem wel kan verhoren. Zo niet, dan is het de vraag of hij kan worden berecht.

“Toen ik bij hem in de gevangenis kwam om hem ervoor te laten tekenen, gaf hij heel expliciet aan dat hij weigert”, aldus zijn advocaat Robert Snorn. Hoe hij dat deed, wil de raadsman niet zeggen. “En wat de reden is, blijft gissen, want dat kan hij niet aangeven.”

Onderzoek Pieter Baan Centrum uitgesteld
Van D., die sinds eind jaren ’80 zijn eigen geloof predikt en door zijn kinderen wordt gezien als aartsvader, staat op de wachtlijst voor het Pieter Baan Centrum in Utrecht. De rechtbank wil dat hij daar een aantal weken wordt geobserveerd, samen met medeverdachte Josef B.

Het was de bedoeling dat de twee verdachten er begin mei naartoe zouden, maar door de coronacrisis is dat uitgesteld. Een nieuwe datum is er nog niet.

Rechtshulpverzoek Oostenrijk
De 59-jarige Oostenrijker B. ziet zichzelf als discipel van Van D. en werkte als klusjesman bij het gezin. Volgens het Openbaar Ministerie is hij medeschuldig aan de gijzeling van de kinderen en ook aan gijzeling van een voormalige Oostenrijkse zakenpartner van Van D.

Advocaten Snorn en Yehudi Moszkowicz, die Oostenrijker B. bijstaat, betoogden tijdens de zitting allebei dat dit vermeende slachtoffer zelf ontkent dat hem dit is overkomen.

Hij en zijn zoon zijn in december door de Oostenrijkse politie verhoord. Er ligt een rechtshulpverzoek van het Openbaar Ministerie bij Oostenrijk om de mannen ook zelf te mogen verhoren. Dit loopt volgens de officieren ook vertraging op vanwege de coronacrisis.

OM schrapt witwassen
Volgens het Openbaar Ministerie worden Van D. en B. niet langer verdacht van witwassen, omdat de Oostenrijkse vader en zoon hebben verklaard dat de 97.000 euro aan contant geld, die in de boerderij in Ruinerwold werd gevonden, legaal verdiend is. De mannen maakten in Oostenrijk meubels en verkochten die. De opbrengst werd overgeboekt naar een Nederlandse rekening en door Josef B. gepind voor Van D. en zijn kinderen.

Ontwikkelingspsycholoog
Het OM wil een ontwikkelingspsycholoog onderzoek te laten doen naar wat het voor kinderen betekent als ze van kleins af aan in afzondering opgroeien. “We willen weten of wat er in de opvoed- en leefsituatie van de kinderen is gebeurd invloed op hen heeft gehad”, aldus een van de twee officieren van justitie.

De rechtbank beslist vanmiddag nog of dat onderzoek er komt. Ze beslist dan ook of Josef B. langer blijft vastzitten. Volgens Moszkowicz is er geen reden hem nog langer vast te houden en loopt zijn gezondheid gevaar in gevangenis. “Op dit moment loopt hij het risico besmet te raken, want binnen de gevangenis kan de anderhalve meter afstand niet gehouden worden.”

Van D. blijft sowieso vastzitten. Hij ligt nog altijd in het gevangenisziekenhuis in Scheveningen en zijn advocaat heeft niet gevraagd hem vrij te laten.

Over de auteur:

Annemiek Meijer werkt sinds 2006 als rechtbankverslaggever voor het ADP. Ze is freelance journalist/tekstschrijver en werkt ook voor onder meer RTV Drenthe, Dagblad van het Noorden, het Huus van de Taol (Zinnig en de B’ART) en Drenthe Magazine. Op Twitter heet ze @AnnemiekM