GRONINGEN (ADP) – Een 46-jarige man uit Hengelo is donderdag door de rechtbank in Groningen veroordeeld tot een celstraf van 101 dagen, omdat hij twee agenten en zijn ex-partner met de dood bedreigde. Dat deed hij met een gericht pistool.
Het vonnis is gelijk aan het voorarrest van de man. Hij hoeft de cel niet meer in. Het Openbaar Ministerie (OM) eiste twee weken geleden 98 dagen cel, een half jaar voorwaardelijk cel en een werkstraf van 200 uur tegen de man, wegens poging tot doodslag. Maar dat feit acht de rechtbank niet bewezen.
De rechtbank vindt dat er slordig en eenzijdig onderzoek is gedaan naar de gang van zaken rond het incident. Volgens de rechtbank is er voorbij gegaan aan de belangen van de verdachte. De rechtbank constateerde dat er sprake was van vanwege ‘ernstig vormverzuim’ in het voorbereidend onderzoek.
Geen eerlijk proces
Het proces tegen de man verliep volgens de rechtbank niet ‘fair’. Zo werden getuigen enigszins gestuurd met aangedragen argumenten. Ook zou de verdachte niet op de juiste manier zijn verhoord. Zo zijn er met opzet gemaakte fouten van de eerste aangifte tegen de man gewist. De aangifte werd opnieuw geschreven. Maar van deze herschrijving werd geen melding gemaakt. En dat had wel gemoeten.
Ontlastend bewijs voor de verdachte werd opzettelijk weggelaten en is er niet of onvoldoende onderzoek gedaan naar het wapen van de man. De rechtbank hield met deze reeks aan fouten rekening in het vonnis, in het voordeel van de verdachte. ‘Vooral het belang van de agenten stond voorop’, stelde de rechter.
Schietvereniging
Op 17 oktober 2018 zette de man na een ruzie zijn vriendin buiten de deur. De politie werd erbij gehaald. De agenten belden aan en bonsden op de deur. Uiteindelijk opende de vrouw met haar eigen sleutel de deur van de woning, toen de man in de hal een wapen op haar en de agenten richtte.
Het wapen was legaal in zijn bezit, omdat de Hengeloër lid was van een schietvereniging. Bovendien werkte hij toen als beveiliger, onder meer bij het Groninger Museum.
Agenten in burger
Eén van de agenten probeerde zich eerst nog te legitimeren, maar voelde zich toch genoodzaakt om te schieten. De man werd daarbij geraakt in zijn heup. Hij werd geopereerd, maar de kogel zat te diep en kon niet worden verwijderd.
De man stelde twee weken geleden op zitting dat hij geen idee had dat hij te maken had met agenten. Die kwamen in burgerkleding. De man dacht dat het vrienden waren van zijn toenmalige partner.
Dienstwapen
Tijdens de rechtszaak zei de man dat hij zijn wapen liet zakken, omdat hij vernam dat hij met agenten te maken had. Uit onderzoek blijkt dat één van de teruggevonden kogels uit het dienstwapen van de agent afkomstig was. Van een tweede kogel kon dit niet met zekerheid worden vastgesteld. Een derde kogel bleef in de heup van de verdachte achter en kon daarom niet worden onderzocht.
Hoewel het vuurwapen van de 46-jarige man na het incident doorgeladen werd aangetroffen, kan er volgens de rechtbank geen sprake zijn van opzet. Het doorladen kan met het wegschoppen van het wapen kunnen zijn gebeurd.
Agenten deden na het incident aangifte van poging tot doodslag. Er volgde nog een tweede aangifte van een agent, omdat die ontevreden was met de afhandeling van de zaak.
Inmenging door derden
Door doortastend onderzoek kon de rechtbank beschikken over alle relevante stukken, en legde de bevindingen parallel naast het onderzoek naar de agenten. Daaruit bleek dat er tijdens het onderzoek aanzienlijke bemoeienis en inmenging was gepleegd door derden. Dit in het nadeel van de verdachte.
Een gevolg daarvan had kunnen zijn dat de officier van justitie niet ontvankelijk zou worden verklaard. Daarmee zou de verdachte vrijuit zijn gegaan. Maar dat was voor de rechtbank een brug te ver. Zij vonniste een lagere straf.
Schadevergoeding
Voor een bedreiging van dit kaliber staat normaal minimaal vier maanden celstraf. De rechtbank woog het vormverzuim mee en telde daar bij op dat de man zelf gewond raakte en bovendien zijn baan verloor.
Aan de agenten moet hij 1750 euro betalen.