GRONINGEN (ADP) – De gemeente Groningen heeft vorig jaar onterecht een Royalty-fotograaf uit Den Haag geweigerd tijdens Koningsdag in Groningen. Die dag bezocht het koningspaar de stad. De fotograaf miste hierdoor inkomsten. De gemeente kan een schadevordering verwachten.
De media werd vooraf verzocht een accreditatie aan te vragen. Bij het verlenen van een accreditatie kreeg de betreffende journalist door middel van een polsband toegang tot speciale persvakken. Ook de 61-jarige fotograaf Hendrik Jan van Beek bewandelde deze weg.
Van Beek is al achttien jaar Koningshuis fotograaf. Hij is een van de weinige fotografen die dicht bij het Koningspaar wordt toegelaten. Van Beek maakt deel uit van een geselecteerd groepje fotografen dat mee mag tijdens de officiële reizen van het koningspaar.
Daarom was het des te zuur dat Van Beek tijdens het ophalen van een polsband die niet kreeg. Hij mocht dan ook niet in de persvakken. ,,Heel bijzonder”, zei zijn advocaat Mira Herens, ,,Dit heeft hij nog nooit eerder meegemaakt”.
Van Beek maakte bezwaar tegen deze weigering. De gemeente wees dit van de hand. De Koningsdag ligt inmiddels in het verleden, toch vocht Van Beek dit besluit aan bij de rechter. Die gaf de fotograaf gelijk.
De gemeente had niet op het allerlaatste moment mogen weigeren, vond de rechter. De gemeente liet in deze beslissing zich adviseren door de politie. Uit die screening kwamen enkele misstanden aan het licht.
De gemeente mocht die screening in het besluit betrekken, maar dit gaf geen volledige beeldvorming. ,,De gemeente heeft nagelaten de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) te raadplegen. Was dit wel gebeurd dan was een heel ander beeld ontstaan”, zei Herens.
Ook de rechter stelde vast dat Van Beek een gerespecteerd fotograaf is en al jarenlang foto’s maakt van het Koninklijk Huis en het Koninklijk paar. Hier leeft de fotograaf van. Die gooit niet zijn eigen glazen in door problemen te veroorzaken tijdens zijn beroepsuitoefening.
De weg voor Van Beek ligt nu open om de schade op de gemeente te verhalen. Die loopt op tot 10.000 euro. De gemeente wil eerst het vonnis bestuderen voor die commentaar geeft.
