ASSEN (ADP) – Twee Emmenaren van 53 en 48 jaar zijn volgens het Openbaar Ministerie (OM) kopstukken in de drugslijn naar Zuid-Amerika. Uit tapgesprekken blijkt volgens de officier van justitie dat de 48-jarige anderen aanstuurde. “Een baasje”, zei de aanklager.
Dit deden ze met een 55-jarige man uit Utrecht die directe contacten had met leveranciers van cocaïne in Zuid-Amerika.
Het OM verwijt hun onder meer deelname aan een criminele organisatie met als oogmerk grote hoeveelheden harddrugs te importeren. De mannen worden niet vervolgd voor het leiding geven aan deze organisatie, omdat hiervoor te weinig bewijs is.
Zout en oud ijzer
De mannen kwamen door een ander drugsonderzoek in juni 2018 bij justitie in beeld. Hun gesprekken werden getapt. Hieruit zou blijken dat zij bezig waren met het verschepen van cocaïne uit Brazilië, verstopt in zakken met zout. Na de ontdekking van bijna 71 kilo coke in een zoutlading die op 5 september 2019 nog in Brazilië werd onderschept, bedachten de mannen om cocaïne te verschepen in oud ijzer en metaal.
Eind mei vielen agenten woningen en panden binnen op zes locaties in Emmen, Nieuw Dordrecht, Den Haag en Utrecht. Een verdachte zat al in de cel. Er werd nog twee mannen uit Emmen (22 en 52 jaar), een 45-jarige man uit Den Haag, een 38-jarige man uit Hilversum en een 46-jarige man uit Amsterdam opgepakt.
Een eenmalige uitglijder
Vier verdachten, waaronder de 48- en 53-jarige Emmenaren, stonden vandaag voor de rechter. De zaken werden nog niet inhoudelijk behandeld. De advocaten vroegen de verdachten op vrije voeten te stellen. De officier van justitie verzette zich met klem tegen deze verzoeken. “Het gaat om grote hoeveelheden harddrugs die zou worden geïmporteerd in een lange periode. Het is algemeen bekend dat dergelijke delicten zware criminaliteit aantrekt”, zei hij. De beide Emmenaren wilden maar wat graag naar huis, omdat ze daar hard nodig zijn. Ze ontkenden het opzetten van een smokkellijn. Ze hebben zich slechts één keer mee laten slepen in een cocaïnedeal vanuit Brazilië. Een uitglijder, zeiden de Emmenaren.
Een vriendendienst
De Emmenaren investeerden voor een goede vriend uit Duitsland in een eenmalige deal. Beiden stonden ook garant, zeiden ze tegen de rechter. Ze kregen hun investering dubbel en dwars terug, wanneer het goed ging. De Duitse vriend kan het niet bevestigen, want die is overleden. De lading cocaïne, bijna 71 kilogram verpakt in zakken zout, werd op 5 september 2019 door de Braziliaanse douane onderschept. Het had een straatwaarde van 3,5 miljoen euro. En daarmee was het avontuur voor de Emmenaren meteen ten einde. De 48-jarige kreeg zijn investering terug, zijn oudere familielid was zijn 50.000 euro kwijt. Toch werden de mannen niet direct aangehouden. De afluisterpraktijken gingen gewoon door, omdat toen werd gesproken over een andere dekmantel: oud-ijzerhandel.
‘Goed jongens, wij doen dit’
De 48-jarige Emmenaar: “We wilden het geld terugverdienen dat was verloren gegaan. We hebben tegen de anderen gezegd ‘Het is goed jongens, zo doen we dit’, maar in werkelijkheid was het niet de bedoeling om cocaïne te vervoeren in metaal”. Er is overigens ook nooit cocaïne in Nederland gevonden. De officier van justitie vindt poging tot invoeren van harddrugs niet bewezen en laat die aanklacht op voorhand vallen. Hiervoor in de plaats komt een minder zwaar delict: ‘Voorbereiding van een misdrijf’. De 53-jarige Emmenaar wordt ook verboden wapenbezit verweten. “Een erfstuk van mijn vader, meer niet”, zei de man tegen de rechter.
Niet naar huis
Na de mislukte invoerpoging keerden beide Emmenaren zich, naar eigen zeggen, af van drugs en van de medeverdachten. En hebben zij zich sindsdien aan de wet gehouden. Toch mogen ze van de rechtbank niet naar huis. De rechter is het met het OM eens dat de verdenking daarvoor te ernstig is. De kans op herhaling is aanwezig en de persoonlijke omstandigheden zijn onvoldoende onderbouwd en niet zwaar genoeg.
Alleen de 46-jarige man uit Den Haag mag naar huis. De overige verdachten blijven vastzitten tot de volgende pro formazitting op 25 november. In december staan twee dagen ingepland voor een zitting waarop wordt besproken of verdachten en justitie nog nader onderzoek wensen. De inhoudelijke behandeling laat nog langer op zich wachten.