GRONINGEN (ADP) – Het Openbaar Ministerie heeft tegen een 46-jarige man uit Hengelo voor poging tot doodslag op twee agenten en zijn ex-partner een celstraf van 98 dagen (gelijk aan het voorarrest), een voorwaardelijke celstraf van zes maanden en een werkstraf van 200 uur geëist.
Dit incident gebeurde op 17 oktober 2018 in de vroege ochtend in een woning aan de Tussen Beide Markten in Groningen, waar de man en zijn vriendin samenwoonden. Beiden hadden een turbulente relatie en de vriendin werd uit de woning gezet. Haar spullen zette de man voor de voordeur.
De agenten kwamen met de vrouw aan de deur, belden aan en bonsden op de deur. Uiteindelijk deed de vrouw met haar sleutel de deur open. De agenten en de vrouw werden verrast door de man die een wapen op hen richtte. Het wapen was legaal bezit, vanwege zijn schietsport. Bovendien werkte hij als beveiliger, waaronder voor het Groninger Museum.
De agenten schoten op de man, waarbij hij gewond raakte aan zijn heup. Hij werd geopereerd, maar de kogel zat te diep in het bot en kan niet worden verwijderd. De man zei tegen de rechter dat hij geen idee had dat hij die ochtend te maken had met agenten. Ze kwamen in burgerkleding, hij dacht dat het vrienden waren van zijn toenmalige partner.
Een van de agenten probeerde zich nog te legitimeren, maar ging hij over in actie vanwege het wapen dat op hem was gericht. De verdachte zei tegen de rechter dat hij op dat moment zijn wapen liet zakken, omdat hij toen pas vernam dat hij met agenten te maken had. ‘Ik riep nog dat mijn wapen niet was doorgeladen’.
Een van de teruggevonden kogels kwam volgens een forensisch onderzoek uit het dienstwapen van een agent. Van een tweede kogel kon dit niet met zekerheid worden vastgesteld. De derde kogel zit nog in de heup van de verdachte en kan niet worden onderzocht.
Uit het onderzoek bleek dat het wapen van de verdachte wel doorgeladen was. Volgens de advocaat van de verdachte kan dat zijn gebeurd, doordat agenten dat wapen wegschopten. Dat vond de officier van justitie nogal onwaarschijnlijk. Na het incident deed een van de agenten aangifte tegen de verdachte van poging tot doodslag.
De agent was niet tevreden over de afhandeling van de afgifte en verving zij die met een nieuwe aangifte. Dit is een van de reden waarom de zaak nu pas voor de rechtbank ligt. De advocaat van de verdachte vond dat de zaak door vormfouten nooit had mogen worden aangebracht. ‘Hier is sprake van een oneerlijk proces’, zei de raadsman.
De officier vond poging tot doodslag bewezen. Het is hem niet duidelijk geworden waarom de bewoner zei zo angstig te zijn dat hij direct naar zijn wapen greep. De man is een geoefende schietsporter en zou dan beter moeten weten. De man had whisky en xtc achter de kiezen, wellicht speelde dat een rol zei de officier.
De rechtbank doet over twee weken uitspraak.
