Inspecteurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) brachten in december 2019 een bezoek aan de boerderij. Zij zagen dat 335 koeien en kalveren een slecht onderkomen hadden.
De dieren stonden in hun eigen uitwerpselen, de roostervloeren waren vervuild. Enkele kalveren hadden een nare hoest en kregen onvoldoende medische zorg. Ook kregen de dieren onvoldoende voedsel en waren zij te mager. Bovendien had een aantal kalveren een groeiachterstand. De boer werd gewaarschuwd, hij moest zijn bedrijfsvoering verbeteren.
Te droge zomer
De inspecteurs kwamen in april 2020 opnieuw langs. De boer had de boel nog steeds niet op orde. Er was te weinig voer door de te droge zomer, zei de man tegen de rechter. Hij ontkende dat een deel van de kalveren niet over drinkwater beschikte. Er hingen nippels genoeg, zij hadden wel water, zei de boer tegen de rechter. In juni zagen de controleurs dat de situatie op het bedrijf was verbeterd. De dieren liepen op het land en zagen er welvarender uit.
Verslechterd
De laatste controle was onlangs in december. De situatie was weer verslechterd, zei de officier van justitie. De dieren stonden weer op stal en hun conditie holde achteruit. De officier worstelde zichtbaar met de straf die volgens hem passend zou zijn. Een boete of werkstraf zou niet in het belang van de dieren zijn, zei de aanklager. Hij eiste een voorwaardelijke boete van 3000 euro en een voorwaardelijke stillegging van het bedrijf van drie maanden.
Maand de tijd
De officier kondigde aan dat de inspecteurs eind februari weer bij de boer in Noordbroek op de stoep staan. U heeft een maand de tijd om te herstellen, zei de officier. De rechter vindt ook dat de boer zijn beesten niet voldoende heeft verzorgd. Het is geen incident, het gebeurt structureel. Hij vindt een stevige stok achter de deur een goede suggestie, maar een voorwaardelijke stillegging te ingrijpend.
Hij verhoogt daarom de boete naar zesduizend euro en stelt de proeftijd daarbij op drie jaar.