De 53-jarige Willem B. uit Emmen, die verdacht wordt van het opzetten van een drugslijn naar Zuid-Amerika, kwam ook voor in het onderzoek naar de moord op Ralf Meinema in 2017. De politie zag in maart 2018 voldoende redenen om opnameapparatuur op te hangen in het kantoor van B. in Emmen.
Tijdens het afluisteren zouden de plannen om cocaïne te importeren boven tafel zijn gekomen. Dat kwam vandaag naar voren tijdens een regiezitting in Assen.
Onderzoekswensen
Tijdens deze inleidende zitting kunnen het Openbaar Ministerie (OM) en de verdachten onderzoekswensen indienen, zoals het willen horen van getuigen. Willem B. en zijn advocaat Guy Koppen verschenen niet.
Koppen vroeg eerder al schriftelijk dat hij wilde weten waarom B. in dat eerdere onderzoek moest worden afgeluisterd op zijn bedrijfslocatie. Hiervoor is namelijk toestemming nodig van de rechter-commissaris. Volgens het OM was die wel afgegeven, maar zat die niet in het dossier. Volgens de officier van justitie is de melding hiervan voldoende.
Mogelijke connectie
Toen B. werd afgeluisterd werd nog druk gerechercheerd naar de moord op Meinema. Hiervoor zit de 48-jarige Hans O. uit Emmen als verdachte vast. Het lichaam van Meinema was verstopt in de kofferbak van zijn eigen auto. De wagen bungelde bij Zandpol boven het water van het Stieltjeskanaal.
Tijdens dat politieonderzoek werd ook in de richting van B. gezocht. De agenten hoopten door af te luisteren meer te weten te komen over deze mogelijke connectie.
‘Niks met kofferbakmoord te maken’
Het OM wil verder niets kwijt over deze afluisterpraktijken in 2018, omdat beide zaken ‘nog onder de rechter zijn’. Koppen zegt in een reactie het heel vervelend te vinden dat B. op deze manier lijkt te worden gelinkt aan de kofferbakmoord.
“Ik denk eerder dat de politie dacht dat in de kringen rondom B. mogelijk zou worden gesproken over Meinema. Ik heb geen enkele aanwijzing dat B. verdachte is geweest in die zaak”, zegt Koppen. Volgens hem is het nieuwe onderzoek naar de drugslijn Zuid-Amerika hierdoor toevallig ontstaan. Hij wil kunnen toetsen of dit volgens de regels is gegaan.
‘Maakt mij niet veel wijzer’
De advocaat van B. vroeg om de machtiging van de rechter-commissaris om de afluisterapparatuur in het kantoor te plaatsen. “Alleen de machtiging maakt mij niet veel wijzer”, reageert Koppen nadien. Hij wil de reden weten waarom B. in dat moordonderzoek afgeluisterd moest worden. En dat staat niet in een machtiging, wel in de aanvraag. En hiervoor heeft het OM niet de opdracht gekregen om die ook toe te voegen.
Als de politie B. onterecht heeft afgeluisterd, kan dit ook consequenties hebben voor de strafvervolging van B. voor de drugslijn.