Bewijsmateriaal in ‘moordzaak zonder lijk’ moet opnieuw worden bekeken

Bewijsmateriaal in ‘moordzaak zonder lijk’ moet opnieuw worden bekeken

Geschreven door | 2019-09-18T19:25:20+00:00 18 september, 2019|Het Hof, Leeuwarden|
De politie moet een deel van het bewijsmateriaal in de zaak van ‘het verdwenen lijk’ in Siddeburen opnieuw onder de loep nemen. Dat heeft het Hof in Leeuwarden bepaald.

Eind maart werd de 71-jarige Kasim M. veroordeeld tot 15 jaar cel voor doodslag. De rechtbank in Groningen achtte bewezen dat M. zijn toenmalige partner Ilham Benchelh (36) in 2010 in hun woning in Siddeburen om het leven heeft gebracht. Haar lichaam werd naderhand weggewerkt en is tot op heden nooit teruggevonden.

Onzorgvuldig

M. is in hoger beroep gegaan. Zijn advocaat Fred Kappelhof vindt dat het onderzoek in deze zaak rammelt. Volgens Kappelhof is de politie onzorgvuldig omgesprongen met gevonden dna-materiaal. Dat zou bijvoorbeeld niet in een afgesloten zak zijn bewaard. Het Hof heeft nu besloten dat hierover een nieuw proces-verbaal moeten worden gemaakt.

Kappelhof vindt ook dat het sporenonderzoek nogmaals tegen het licht moet worden gehouden. Het Hof gaf hem op dit punt eveneens gelijk.

Wijkagent

Bovendien wil het Hof spreken met de wijkagent in Siddeburen. Die kan mogelijk iets verklaren over het gedrag van M. na de verdwijning van Benchelh.

Het hoger beroep van M. is voorlopig uitgesteld.

Over de auteur:

Marjan Buring is eigenaar van het Algemeen Drents Persbureau. Ze is sinds 2000 rechtbankverslaggever. Daarnaast schrijft ze algemene nieuws- of achtergrondverhalen. Twitteraars kennen haar als @Marjannnnn