GRONINGEN (ADP) – Twee 38-jarige mannen uit Groningen en Assen, die verdacht worden van het faciliteren van professionele hennepteelt, hoorden vanmiddag forse werkstraffen tegen zich eisen.
De Groninger hoofdverdachte wacht naast een werkstraf van 240 uur mogelijk een boete van 20.000 euro.
In mei 2016 werden de mannen opgepakt na een groot onderzoek en invallen op negentien adressen in Groningen en Drenthe. In totaal werden dertien mannen en vrouwen in de leeftijd van 26 tot 61 jaar opgepakt. Het Openbaar Ministerie besloot zes personen niet strafrechtelijk te vervolgen. Vandaag trok de rechtbank een hele dag uit voor de overgebleven zeven verdachten.
Katvanger of ‘baas’
De 38-jarige Assenaar zou mogelijk een ‘katvanger’ zijn in deze omvangrijke, maar stokoude, hennepzaak. Hij hoorde een werkstraf van 180 uur tegen zich eisen. De man bezigde een tuincentrum aan de Koningslaan in Groningen. Veel producten voor de teelt van hennep waren in de shop aanwezig. Speciale potgrond bleek in het pand verstopt in dozen van een bekende bouwmarkt-keten. Ook verkocht hij een zogeheten ‘boost’ voor sterke henneptoppen. De man had al een paar keer bezoek gehad van een zogeheten ‘mysterie guest’, in de vorm van recherche in burger.
Gehuurde auto’s
Volgens diverse getuigenissen was in de tuinwinkel veel te koop voor professionele hennepteelt. Al snel viel ook de 38-jarige Groninger op. Hij zou dagelijks in gehuurde auto’s in- en om het pand te vinden zijn, waar volgens getuigen een vast clubje komt, bekend uit de hennepteelt-wereld. Volgens de officier kwam de man daar niet elke dag om het koffieapparaat te repareren. De Groninger zou pas de echte ‘baas’ zijn. Namen van andere verdachten kwam ook zo in beeld.
“Al deze getuigen benoemen de zaak als growshop. Geen tuincentrum, geen groothandel, maar growshop”, zei de officier.
Een politiemacht van 175 agenten viel in mei 2016 op negentien adressen in Groningen en Drenthe binnen om een netwerk van hennepteelt, -handel en -export op te rollen. Bij de invallen – in onder meer de stad Groningen, Hoogezand, Uithuizen, Appingedam en Eelde – werd meer dan honderdduizend euro cash aangetroffen. Daarnaast werd beslag gelegd op auto’s, sieraden, vier woningen en bankrekeningen. Er werden ruim 2.300 planten en 25 kilo gedroogde hennep aangetroffen.Laat aangebrachte zaken
“Geen celstraffen maar werkstraffen, omdat de zaak te laat is aangebracht.” Net als eerder op de dag klonken deze woorden van de officier van justitie als een excuus door de zittingszaal. Opnieuw eiste hij geen onvoorwaardelijke celstraffen maar werkstraffen. Waarom: de strafzaken zijn allemaal erg laat aangebracht.
‘Wat voor strafdoelen hebben we hier nou nog?’
Raadsman Heiko Eckert: “Ze mogen hier nog even staan. Wat voor strafdoelen hebben we hier nou nog na vijf jaren? 175 agenten op de been, journalisten, invallen in woningen, de hele omgeving, ook de kinderen van cliënten kregen dit alles mee. Huis geveild, drie maanden sluiting woning. Hoezo preventie en strafdoel?”
“Inmiddels hebben mijn cliënten hun leven op de rit. Kort en goed: dit soort zaken zijn de overschrijding van de redelijke termijn ver voorbij. Gewoon te laat”, vervolgde hij.
Tot 144.000 euro inleveren
Tegen de andere verdachten (twee mannen en twee vrouwen) werden vandaag werkstraffen van 80 tot 240 uur geëist. Het Openbaar Ministerie (OM) wil het geld dat ze hebben verdiend, ingeleverd zien. Het gaat om bedragen van 7.000 en 144.000 euro.
De zevende verdachte, een 38-jarige vrouw uit Groningen, hoorde vandaag voor haar aandeel plus het bezit van pepperspray een werkstraf van 135 uur eisen.
Overschrijding redelijke termijn
Een strafzaak hoort binnen twee jaar te worden behandeld. Zo niet, dan spreekt men van het ‘overschrijden van een redelijk termijn’. In dit geval is sprake van een forse overschrijding. En ook wanneer die niet aan de verdediging te wijten is, leidt dit niet tot een stopzetting van de vervolging. Dat heeft de strafkamer van de Hoge Raad lang geleden beslist. Een overschrijding van de redelijke termijn levert hooguit een strafvermindering op.
De rechtbank doet op 30 maart uitspraak in alle zeven zaken.