De uitspraak is hiermee gelijk aan de eis van de officier van justitie.
Zowel de officier als de rechtbank vinden het niet bewezen dat de Emmenaar zich op 21 december 2017 aan een toen 23-jarige vrouw heeft vergrepen.
Geen wederzijdse gevoelens
De man kende de vrouw via een familielid. Ze zorgden samen voor de zieke zoon van de Emmenaar. Na verloop van tijd werd het contact tussen de man en vrouw steeds inniger. De Emmenaar had gevoelens voor de vrouw gekregen. Hij dacht dat die wederzijds waren, zo vertelde hij op een eerdere zitting. Maar op die bewuste avond bij de man thuis, bleek het tegendeel.Ze raakten die avond verwikkeld in een serieus gesprek. De man wilde haar op haar gemak wilde stellen door een wijntje in te schenken en haar rug te masseren. De vrouw stemde daarin toe.
Seksueel getinte massage
Gaandeweg de massage ging het een meer seksueel getinte kant op. Hier was de vrouw niet van gediend. Ze verzocht de Emmenaar te stoppen. Toen de man daaraan gehoor gaf, verliet de vrouw in overspannen toestand de woning van de Emmenaar. Kort na haar vertrek werd hij door de vrouw via WhatsApp beschuldigd van verkrachting. De vrouw deed aangifte.
Twee weken geleden gaf de man tegenover drie rechters te kennen dat hij niets van de versie van de vrouw begreep. Hij was immers gestopt met zijn handelen, toen hij het verzoek van de vrouw had gehoord.
Te weinig bewijs
De rechtbank vindt ook dat er te weinig bewijs is dat er sprake was van dwang en dreiging, in elk opzicht. Volgens de rechtbank heeft de vrouw wellicht de avond anders beleefd. Het bewijs van de handelingen komt, aldus de rechtbank, namelijk uit één bron: die van de vrouw zelf.
Ook komt geen bewijs naar voren die de beschuldigingen van de vrouw steunen. Wat de Emmenaar ten laste is gelegd, kan niet worden bewezen. Zodoende komt de rechtbank tot vrijspraak.
Aangifte van valse beschuldiging
De zaak krijgt mogelijk nog een staartje. De Emmenaar zei eerder aangifte tegen de vrouw te willen doen, omdat ze hem vals heeft beschuldigd. “Ik sta te kijk bij familie, mijn omgeving én mijn werkgever.”