GRONINGEN (ADP) – De inhoudelijke behandeling van de rechtszaak over de geheimzinnige verdwijning van Ilham Benchelh uit Siddeburen laat wellicht nog maandenlang op zich wachten. Dat waren de woorden van de officier van justitie vrijdag.
De 36-jarige Benchelh verdween in januari 2010. Het Openbaar Ministerie denkt dat de vrouw is vermoord, maar haar stoffelijk overschot werd nooit gevonden. Hoofdverdachte in deze ‘moordzaak zonder lijk’ is de 70-jarige Kasem M., de toenmalige echtgenoot van Benchelh.
M. vertrok enkele jaren geleden naar Marokko, waar zijn paspoort in beslag werd genomen door de Marokkaanse autoriteiten. Dit, omdat de moeder van Benchehl aangifte deed van vermissing van haar dochter. Nu wil M. wil graag zijn rechtszaak bijwonen, maar zonder paspoort gaat dat niet. Bewijzen van inbeslagname van het paspoort van M. ontbreken echter.
De Marokkaanse autoriteiten is gevraagd om aan M. een tijdelijk paspoort af te geven. Daarop is nog steeds geen besluit genomen. Diverse mogelijkheden, zoals een videoverbinding of het horen in Marokko en hier in Nederland behandelen, zijn eerder geopperd. Ook is er in februari van dit jaar nog gerept om met een rechter, de raadsman van M., en de officier van justitie naar Marokko af te reizen om M. te horen, maar ook dat houdt geen stand.
Tegenwerking of niet
Corine Fahner, de officier van justitie, wil de man hoe dan ook zien. ‘En het liefst live’, zei ze. Voor de positie van de raadsman van M., Mr. Fred Kappelhof, is er ook begrip van de rechtbank. Hij wil niet kiezen voor een videoverbinding. Vandaag nog neemt Kappelhof contact op met zijn cliënt om alsnog boven water te krijgen waar de bewijzen van het in beslag genomen paspoort zijn. Ook moet er meer mailverkeer zijn waaruit zal kunnen blijken dat M. wordt tegengewerkt. ‘Dit kan nog maanden duren’, aldus de officier.
Ook kwam tijdens de zogeheten regiezitting naar voren dat M. nog een minderjarig kind heeft. Het kind stond op de pas van M. bijgeschreven. Hij wil niet naar Nederland afreizen zonder zijn kind.
De Marokkaanse autoriteiten zijn op de hoogte van de inhoudelijk geplande zittingsdatum op 8 november. Vooralsnog blijft die datum gehandhaafd.
