Twaalf jaar cel en tbs voor doodslag partner en wegmaken lichaam

Twaalf jaar cel en tbs voor doodslag partner en wegmaken lichaam

Geschreven door | 2022-11-26T16:54:58+00:00 26 november, 2022|Assen, Rechtbank|

De 53-jarige Jan Willem H. uit Assen is voor doodslag op zijn partner, het vervoeren en wegmaken van haar lichaam en diefstal van haar spaargeld veroordeeld tot 12 jaar cel en tbs. Het Openbaar Ministerie (OM) eiste 17 jaar cel tegen de man. De rechter verlaagde de celstraf naar 12 jaar, omdat de rechter ook een tbs-behandeling oplegt.

H. wurgde zijn vrouw in maart 2020 en verstopte het stoffelijk overschot twee jaar lang in een dichtgelijmde dakkoffer. Hij dumpte de koffer begin februari in het Oranjekanaal bij Orvelte. De lugubere vondst werd door buurtbewoners gedaan.

Dakkoffer

De rechter vindt dat het mensonterend is om zo met een lichaam om te gaan. Hij neemt het H. kwalijk dat hij zijn kinderen hun moeder ontnam en iedereen twee jaar lang in het ongewisse liet over dood van de vrouw.

H. verpakte de vrouw, nadat hij haar had gewurgd, in plastic en dekens en verstopte het lichaam een tijd onder het bed van hun toenmalige woning in Assen. Daarna legde hij het stoffelijk overschot in een dakkoffer, kitte die dicht en verborg die twee jaar lang in een opslagruimte.

Toen de vader van H. aankondigde de ruimte leeg te willen maken, sloeg de paniek bij H. toe. Hij kocht cement en verzwaarde de koffer daarmee. Hij boorde ook gaten in de koffer en dumpte die in het water. Een deel van de koffer bleef boven het water uitsteken en daardoor werd zijn geheim ontdekt. H. wilde niet meewerken aan een onderzoek in het Pieter Baan Centrum. Hij vindt zelf dat hem niks mankeert.

Tbs met dwangverpleging

H. is drie keer eerder veroordeeld voor huiselijk geweld. Deskundigen beoordelen hem als een man met een narcistische persoonlijkheid die schuld buiten zichzelf legt.

Door de weigerachtige houding van H. ontbrak volgens het OM de grond voor een tbs-behandeling. De rechtbank oordeelde dus anders en vindt tbs wel noodzakelijk.

De rechtbank baseert zich hierbij op het uitgebrachte rapport van het Pieter Baan Centrum, ook al lag hierin geen advies besloten vanwege de weigering van H. om mee te werken. De deskundigen vermoeden een stoornis die H. niet zelf kan hanteren. De rechter gaat ervan uit dat H. door de stoornis in verminderde mate toerekeningsvatbaar was. Hulpverlening op vrijwillige basis heeft bij H. tot nu toe niet gewerkt en is ter bescherming van de maatschappij een gedwongen verpleging noodzakelijk.

Gelogen

Tijdens het politieonderzoek naar de vermissing van de vrouw loog H. dat hij haar nog wel eens ontmoette. Daarbij sluisde hij haar spaargeld weg, het geld dat de nabestaanden toebehoorde, zei de rechter. H. handelde zonder scrupules en totaal onverschillig na de dood van zijn partner, zei de rechter tegen H. die tijdens de uitspraak aanwezig was. H. hoorde gelaten het vonnis aan.

Over de auteur:

Marjan Buring is eigenaar van het Algemeen Drents Persbureau. Ze is sinds 2000 rechtbankverslaggever. Daarnaast schrijft ze algemene nieuws- of achtergrondverhalen. Twitteraars kennen haar als @Marjannnnn